JAN WILLEM (WIM) DE LANGE
Vader De Lange diende als oud-KNIL-militair in 1940 bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Zijn vijf zonen hebben allen ’s Konings wapenrok gedragen.
De beslissing dat zoon Wim na zijn moedig gedrag in het Duitse krijgsgevangenenkasteel Colditz niet werd toegelaten tot de officiersopleiding van de marine kwam hard aan. Hier volgt het verhaal van Wim de Lange.
De stoker 2e klas Jan Willem de Lange van de Koninklijke Marine heeft met zijn technische vaardigheden een fors aandeel gehad in de ontsnapping uit krijgsgevangenschap van Nederlandse officieren die voor de oorlogsvoering tegen nazi-Duitsland onmisbaar waren. Zijn als paratroeper en commando in Indonesië gepokte en gemazelde broer drs. ing. Philip Gerardus de Lange (92) noemt als voorbeeld luitenant-ter-zee Hans Larive, die na zijn ontsnapping uit Colditz in het Kanaalgebied als commandant van het flottielje Nederlandse motortorpedoboten onverschrokken heeft gestreden tegen de Duitse Kriegsmarine en daarvoor met de militaire Willemsorde werd beloond.
De 20-jarige Schiedammer Jan Willem (Wim) de Lange was de enige Nederlandse mindere (niet officier) die op 14 juli 1940 heeft geweigerd de erewoordverklaring (= door de Duitsers geëiste verklaring dat krijgsgevangenen militairen niet verder zouden deelnemen aan de stijd tegen Duitsland) te tekenen en als krijgsgevangene naar Duitsland is afgevoerd en uiteindelijk in Slot Colditz terecht kwam.
Op 16 juli 1940 ontmoet Wim een aantal marineofficieren op het perron van het station Hollands Spoor in Den Haag. “Wat kom jij hier doen?” hadden ze gevraagd. “Ik veronderstel: hetzelfde als u. Ik heb geweigerd de verklaring te ondertekenen“, zei Wim. Dat vonden die officieren zo prachtig, dat ze zeiden: “Wij zorgen ervoor dat je niet in het manschappenkamp komt. Je komt bij ons.” Toen hebben ze hem ordonnans gemaakt.
“Beter staand te sterven dan knielend te leven”
Wim moest na de capitulatie bij de marinecommandant op Katteburg komen. “Als je niet tekent worden er zware maatregelen tegen je genomen,” werd hem te verstaan gegeven. “Ik voel me als beroepsmilitair verplicht niet voor de Duitsers te buigen,” was zijn reactie. Dat was ook een van de standpunten van mijn vader, een oud-KNIL-militair. Vader zei altijd: “Beter staande te sterven dan knielend te leven.” De Duitse marinecommandant dreigde hem te fusilleren. “U doet maar wat u niet laten kan,” zei Wim en werd op transport gesteld naar een krijgsgevangenenkamp in Duitsland.
drs. ing. Philip de Lange
Broer van Wim de Lange
Wim had als stoker-olieman een bankwerkersopleiding gehad. Daarmee heeft hij de ‘reisvereniging’ in Juliusburg en Colditz allerlei technische diensten kunnen verlenen. Daarom mocht hij niet vluchten. In Engeland hadden ze meer behoefte aan marine officieren dan aan matrozen. Toen Wim in Juliusburg dreigde te worden overgeplaatst naar een kamp voor minderen in rang, hebben de officieren hem adelborst gemaakt. Wim had alleen de ambachtsschool, maar was een bijzonder pientere knaap. Met wiskunde, Frans, Duits en Engels hebben de officieren zijn kennis op middelbaar niveau gebracht.
In zijn zwaar door de Duitsers gecensureerde brieven uit de eerste jaren van zijn gevangenschap klinkt tussen de regels door hoe trots hij was voor het begrip van zijn ouders voor zijn daad en hoe blij hij was met de broek van zijn adelborstuniform. ‘Ik was echt blij met uw brief, vooral met hoe u over mij denkt. Drie weken heb ik me gek zitten piekeren, maar nu ik het weet is het voor mij verder een kwestie van afwachten. Ik ben gelukkig, u wordt bedankt. Aan de woorden van Pa hoef ik niets toe te voegen, ben ik erg trots op. De lakense broek heb ik hier wat laten veranderen, omdat hij te lang was, hij staat me nu keurig.’
De krijgsgevangenen mochten via het Rode Kruis pakjes ontvangen. Bij ontsnappingen werd dat privilege onmiddellijk voor lange tijd ingetrokken. Dat was ook het geval bij de door de reisvereniging geregelde ontsnapping in april 1941 van de KNIL-officieren John Trebels en Frans van Veen uit Juliusburg. Wim schreef: ‘De Duitse officieren hebben een brief naar het Rode Kruis geschreven om voorlopig geen pakjes meer naar de Hollanders te sturen. Als dat zo doorgaat kan ik mijn keel wel aan de kapstok hangen.’ De Duitse censuur merkte dit verkapte bericht niet op. Uit zijn brieven komt Wim tevoorschijn als een opgewekte, optimistische jonge kerel. Hij belooft zijn ouders elk jaar weer dat hij met Kerstmis thuis zal zijn. Diederic W. Baron van Lynden schreef op 25 april 1986 aan Philip de Lange: ‘Ik acht het een voorrecht uw broer gekend te hebben en uit eigen ervaring te kunnen getuigen dat hij, ook in de moeilijke omstandigheden van een vele jaren durende gevangenschap, zijn geest en enthousiasme ongebroken wist te houden.’ Vice-admiraal b.d. Frits Kruimink voegde er het volgende aan toe: ‘Als ik Willem wel als een uitzondering beschouw dan is dat, omdat van alle 67 militairen die in 1940 weigerden de erewoordverklaring af te leggen, hij gezien zijn stand van stoker – korte militaire loopbaan en geïsoleerde positie in de krijgsmacht – waarschijnlijk het meest principieel van ons allen is geweest.’
De gebroeders De Lange. Links Wim en rechts met baret Philip. © Foto familie De Lange
Na de Tweede Wereldoorlog
Na terugkomst uit krijgsgevangenschap gaat Wim de Lange terug naar de Marine in Den Helder. Hier wordt hij echter niet toegelaten tot de officiersopleiding, hoewel hij daarop als adelborst door de officieren tijdens zijn jarenlange krijgsgevangenschap gedegen was voorbereid. Wim mocht wel de onderofficiersopleiding volgen, maar gezien zijn verleden als zeecadet in Colditz vond men het bij de marine verstandiger dat hij uit dienst ging.
“Maar dat was de reden niet, want ze wilden niet geconfronteerd worden met een mindere die niet getekend had en hen een spiegel voorhield,” aldus Philip de Lange.
Zijn medegevangenen uit Colditz konden hem niet helpen. Luitenant-kolonel Giebel was hoofd geworden van de Nederlandse vliegdienst in Australië, de kolonel der Cavalerie Leo de Hartog verbleef met zijn tankbrigade op Midden-Java en vice-admiraal Frits Kruimink, de latere drager van de militaire Willemsorde kapitein-ter-zee Douw van der Krap en luitenant-ter-zee Diederic W. Baron van Lynden, later ambassadeur in Bonn, verbleven op zee.
Uit frustratie keert Wim de marine de rug toe en via Cor de Roode, een vriend en medecadet, krijgt Wim een aanstelling als krokettendraaier en bedrijfsleider bij de cafetaria van Cor’s vader in Den Haag. Hij wilde eigenlijk dolgraag studeren, maar kwam niet voor een beurs in aanmerking. Tijdens zijn werk is hij toen naar de avond-HTS gegaan, met vijf lange avonden in de week een van de zwaarste studies die een ambitieus jongmens in zijn vrije tijd kan voltooien. En zo werkt hij zich later op tot een hoge technische functie bij Tomado, een Nederlandse fabrikant van huishoudelijke producten, en later Organon in Oss.
Erkenning voor zijn heldendaden in de oorlog komt er voor Wim echter nooit. Uiteindelijk sterft hij in 1976, op 56-jarige leeftijd. Zijn jongste broer Philip de Lange is ervan overtuigd dat verbittering over het niet toelaten tot de marine en het uitblijven van erkenning van zijn daden heeft bijgedragen aan zijn vroege dood.
Wim de Lange met zijn vrouw en twee dochters. © Foto familie De Lange
“Erkenning voor Wim”
Al sinds 1986 ben ik met een actie bezig voor een erkenning voor mijn broer. Ik heb meerdere ex-Colditzgangers om raad en aanbevelingen gevraagd en ook gekregen. Deze lange adem heeft er tot nu toe voor gezorgd dat mijn broer op 10 oktober 2018 postuum is onderscheiden met het Mobilisatie-Oorlogskruis. Hier ben ik dan ook heel blij mee. Echter, deze onderscheiding is voor militairen en oud-militairen, die na 6 april 1939 en voor 20 mei 1940 ten minste 6 maanden in dienst waren.
Dit staat echter los van mijn actie voor een erkenning voor het standvastige optreden van mijn broer om niet de erewoordverklaring te ondertekenen en voor zijn grote aandeel in de ontsnappingen van officieren uit krijgsgevangenschap. Dus mijn strijd voor een erkenning van de moed en de daden in Colditz van mijn te jong gestorven broer gaat door.
drs. ing. Philip de Lange
Broer van Wim de Lange